home
  Over:(english)

Enkele jaren na zijn afstuderen als schilder aan de Academie Minerva in Groningen begon de fotografie geleidelijk een steeds
grotere rol te spelen in zijn schilderijen en vanaf 2000 heeft Bosch de uiteindelijke overstap naar fotografie gemaakt.
Zijn digitale fotocollages zijn opgebouwd uit een collectie zelfgeschoten fotomateriaal van bijvoorbeeld: gevels, meubilair, planten
of landschappelijke elementen en een collectie amateurfotografie verzameld van het internet zoals: mensen, dieren of voorwerpen.
Bosch bouwt zijn beelden soms op vanuit een idee over een specifieke situatie, maar er ook kan er een enkele foto aan ten grondslag
liggen: een foto van een handgebaar, een aquarium, een haardos of een geveldecoratie.
Al bouwend vanuit het witte vlak-zoals een schilder- groeit het beeld na verloop van tijd naar een eindresultaat waarbij het aanvankelijke
idee soms naar de achtergrond is verdwenen.

Wanneer de foto gedefinieerd wordt als een: 'een op een drager vastgelegd beeld van een bepaald tijdsmoment op een bepaalde plek' dan
geld deze defintie niet voor het werk van Bosch. In zijn werk is er sprake van een accumulatie van tijden en plekken en is de foto pas gemaakt
wanneer alle brokjes fotografisch materiaal uiteindelijk samengebracht zijn tot een fictief moment gebaseerd op daadwerkelijke waarnemingen.

Tot en met 2006 toonden zijn werken nog 'betreedbare' perspectivische ruimtes daarna is de ruimtelijke definitie complexer geworden
Voor de kijker werden barrieres opgeworpen in de vorm van: vitrages, kozijnen, begroeiingen en meer recentelijk: spiegelingen. De grenzen tussen
binnen en buiten en mens en ding zijn nu vloeibaarder en diffuser en het werk is barokker geworden: desorienterender en ondoorzichtiger. Licht, kleur en
stofuitdrukking spelen nu ook een beduidend grotere rol dan in het vroegere werk. Alhoewel hij werkt met digitale middelen zijn de foto's nergens perfect of
glad, eerder gruizig met restjes pixels en onrealistisch aandoende perspectieven.
De door Bosch opgeroepen wereld doet merkwaardig plat aan terwijl deze tegelijkertijd door overlappingen en spiegelingen oneindig diep lijkt.
Een zelfde dubbelzinnigheid speelt ook in het gebruik van beeldelementen die lijken te verwijzen naar een bepaalde symboliek, zoals bijvoorbeeld :
een openstaande deur, een bloem of een vogel. Door de context waarbinnen zij functioneren wordt deze belofte van een duidelijke betekenis echter
niet of slechts ten dele ingelost.
Ze geven geen betekenis maar confronteren ons met wat nog moet worden geinterpreteerd en daarmee is kunst in zekere zin een nabootsing van
onze voortdurende pogingen om grip te krijgen op de ons omringende zichtbare werkelijkheid.